Schedel uit het verdronken land

Niet recent gevonden, maar wel onlangs aan onze collectie toegevoegd is een menselijke schedel. Gezien de smalle onderkaak en de vorm van de oogkassen betreft het een vrouw. De onderkaak was ook  aanwezig en de kiezen waren opvallend gaaf. Omdat de verstandskiezen nog niet  helemaal doorgebroken waren betreft het dus een jeugdig vrouwspersoon van vermoedelijk tussen de 17 en 21 jaar oud.

De schedel is aan de W.A.H. geschonken door dhr. en mevr. Laanen en is ooit gevonden of opgegraven in Saeftinghe. Bij de afhandeling van de erfenis van een gestorven tante kwam de schedel te voorschijn en vond de betrokken familie terecht dat er voor de schedel geen betere oplossing was dan deze terug brengen naar de plaats van herkomst: Saeftinghe of het nabije Hulst.

Helaas konden de schenkers niet veel over de vondstomstandigheden vertellen. Het betrof een vondst van de gebroeders De Boo. De in 1987 overleden Adriaan A. J. de Boo was hoofdonderwijzer in Kwadendamme en een bekend amateurarcheoloog. Hij deed met name opgravingen in zuidoost Zeeland en had een eigen museum met door hem verzamelde archeologica. Bij de opgravingen werkte hij voor of samen met de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Zijn broer Theodorus, overleden in 1986, was arts te Middelburg en hielp soms  bij de opgravingen. Ze zijn blijkbaar ook actief geweest in Saeftinghe maar nadere gegevens over deze tocht(en) waren niet meer te achterhalen. Vermoedelijk is de schedel tussen 1950 en 1960 gevonden en de  juiste vindplaats is helaas niet meer bekend.


De vondst uit het Verdronken land van Saeftinghe wordt in de groep besproken


Dhr. Laanen met de gevonden schedel


Mevrouw Laanen plaatst de schedel in een van de vitrines in de ruimte van de WAH.